Raspbian ingericht

Start je je Raspberry Pi voor het eerst op met een geheugenkaart met NOOBS bestanden, dan installeert Raspbian zichzelf. Er worden je nog wat vragen gesteld, en dan heb je een Raspberry Pi met Raspbian draaiend. Simpel, een kind kan de was doen.

Raspbian is een variant van Debian, en daar had ik al eens mee gespeeld. Standaard wordt Raspbian nu opgestart met een grafische presentatie. Voor mijn bedoelingen geef ik de voorkeur aan de niet-grafische presentatie. Dat kost ook minder resources, en ik heb meer een hands-on gevoel.

Zodra mijn HuisPi draait, bedien ik hem verder op afstand vanaf mijn pc via Putty.

Raspbian inrichten vergt even wat aandacht en tijd. Erg informatief en handig zijn daarbij

Voor pakketbeheer gebruik ik liever dselect, voor bestandsbeheer Midnight Commander (mc). Ik heb ook de Watchdog functionaliteit van de Raspberry Pi geactiveerd.

Even mijn Raspberry Pi voorstellen

Graag stel ik mijn HuisPi aan je voor, je ziet hem hiernaast op een A4’tje liggen. Er zit alleen een voedingskabeltje en een netwerkkabel aan, meer is momenteel niet nodig.

De behuizing die je ziet is van het merk Cyntech, en heb ik gekocht bij SOS Solutions. Ik heb er twee extra afschermkapjes bij besteld, en een 2A micro USB voeding. In de behuizing zit een Raspberry Pi 2B met een Transcend 32 Gb micro SD.

De HuisPi komt te zijner tijd te hangen in de meterkast, zodat hij verbonden kan worden met de slimme energiemeter aldaar. In een van de vier USB poorten komt een CUL met antenne; het waarom zal ik later verklaren.

Op de geheugenkaart heb ik Raspbian geïnstalleerd. De kaart was al geformatteerd door de producent. Anders dan voorgeschreven bleek ik die vooral niet nogmaals te moeten formatteren. Raspbian heb ik vervolgens gewoon met Windows Verkenner op de kaart gekopieerd.

Enkele punten waar ik verder tegenaan liep:

  • de Raspberry past alleen in de behuizing zónder de geheugenkaart. Zodra de Raspberry is vastgeschroefd kun je de geheugenkaart erin klikken.
  • het kapje bij de voedingskabel moet je eerst over de losse kabel schuiven, dan de kabel inpluggen en pas dan het kapje op de behuizing klikken. De kabel komt dan wat klem te zitten.

Luidsprekers in de huiskamer

Zoals velen heb ik een huiskamer. Niet groot, niet klein, zeg zo’n 5 bij 5 meter. Ik geniet graag van muziek en van informatieve programma’s. Hoe kom ik tot de keuze van apparatuur?

Hoeveel luidsprekers?

Voor een optimale geluidservaring lijkt mij surround te verkiezen, dus met vier of meer luidsprekers om je heen. Maar mijn huiskamer leent zich daar niet voor, en ik wil ook geen huiskamer die gedomineerd wordt door luidsprekers en kabels. Ik kies daarom voor twee luidsprekers.

Maar wel in combinatie met een versterker die het signaal voor vier of zes luidsprekers versleutelt naar twee, waardoor het uiteindelijk klinkt alsóf het geluid uit vier of zes luidsprekers komt. Zoiets noemt men virtual surround of virtual speaker, een functie op de versterker.

Lage tonen

Hoe lager de toon, hoe minder je door hebt uit welke richting hij komt. Dat is het idee achter de subwoofer, de losse luidspreker voor alleen hele lage tonen. Het maakt niet uit waar je die neerzet in de kamer. Hij heeft wel minstens één kabel nodig, naar de versterker of naar het stopcontact. In het laatste geval spreken we van draadloos, en zit er in de subwoofer een eigen versterker die wordt aangestuurd vanuit de eigenlijke versterker.

Hoe lager de toon, hoe groter ook de diameter van de luidspreker. Kies ik voor een subwoofer, dan kunnen de andere luidsprekers kleiner blijven. De subwoofer kan ergens verscholen staan.

Niet te hard, niet te zacht

Ik wil graag mijn buren te vriend, en mijn gehoor gezond houden. Dus niet te hard geluid graag. De grens voor te hard vind ik liggen op 100 dB(A) midden in de kamer, dus op 2,5 meter van de luidsprekers.

Hoe hard een luidspreker klinkt wordt uitgedrukt in decibel (dB). De term ervoor is geluidsdruk, in het engels Sound Pressure Level(SPL). Meer daarover lees je op de website Licht en Geluid.

De betere luidspreker vermeldt in zijn specificaties iets over zijn SPL, bijvoorbeeld op 1 m van de luidspreker. De geluidsdruk neemt toe met 6 dB voor elke halvering van de afstand, in theorie. Met 100 dB(A) op 4 meter kom je dan uit op 112 dB(A) op een meter. Wat mij betreft mogen mijn luidsprekers dus ruwweg maximaal 110 dB(A) produceren, als het er één zou zijn.

Maar straks komt het geluid uit drie luidsprekers. Hoe tel je hun geluidsdruk op? Daarover blijkt de Engelse universiteit van Salford een mooi document online gezet te hebben. Aan het einde van dat document gaan ze in op het optellen van de geluidsdruk van twee luidsprekers:

image

Omgezet naar mijn huiskamer met drie even sterke luidsprekers kom ik dan op

100 dB = 10 * log ( 10(SPL1/10) + 10(SPL1/10) + 10(SPL1/10) ) ⇒

10 = log ( 10(SPL1/10) + 10(SPL1/10) + 10(SPL1/10) ) ⇒

3 * 10(SPL1/10)  = 1010 ⇒ 10(SPL1/10)  =  1010

SPL1 = 10 * log ( 1010 / 3 ) = 95 dB

Nu is dat middenin de huiskamer, dus moet er nog een 12 dB bij, waardoor je uitkomt op drie luidsprekers met elk een SPL van 107 dB.

Watt?

Maar hoeveel Watt moeten of mogen die luidsprekers dan zijn, en de versterker waaraan ze gekoppeld worden?

Tja, dan wordt het tijd om rond te gaan kijken naar luidsprekers die ik mooi vindt en vervolgens kijken of er iets bij staat over hun SPL. Kom niet bij mij klagen als die informatie niet geleverd wordt … Met de SPL van andere luidsprekers krijg je in ieder geval wel alvast een indruk van het gewenste vermogen. En dan liever iets te veel dan iets te weinig, je kunt altijd je apparatuur wat zachter zetten.

Tja, en dan wordt het wat mij betreft een zaak van schoonheid. Kijken waar ik de luidsprekers wil plaatsen, hoe groot ze daar mogen zijn, materiaal en vormgeving.

En natuurlijk van financiën en status: hoeveel heb ik er voor over en wil ik ermee imponeren? Daarbij speelt mee wat ik er mee wil beluisteren, technisch gezien. En is mijn huiskamer geschikt om hele fijne details en nuances met het gehoor te onderscheiden?

Eerlijk gezegd vind ik MP3’s van 192 kb/s goed genoeg voor mijn huiskamer. Wil ik het net zo mooi horen als in een concert dan ga ik liever naar een concert, waar je naast het geluid nog veel meer ervaart dat niet in mijn huiskamer is te reproduceren.

De versterker

De uiteindelijk gekozen luidsprekers bepalen als eerste belangrijke criteria voor de versterker waarmee ze gevoed worden:

  • het vermogen waarmee ze worden aangestuurd en
  • hun impedantie (hier niet verder toegelicht).

Uit het voorgaande komen daar nog bij:

  • het aantal luidsprekers (2, 4, 6 …)
  • wel of niet een subwoofer, en hoe wordt die aangestuurd
  • wel of niet virtual surround

Op deze manier ben ik tot mijn keuze gekomen. Ik hoop dat deze informatie je helpt.